Nederlandse versie door
Madelon van der Zee-Willems
Anna JacobaPolder, Nederland

Een Leven Een Bij
Broeder Adam :
Meester Bijenhouder
De Buckfastbij :
Zijn bij

1898
Op 3 augustus, geboorte van Karl Kehrle. de toekomstige Broeder Adam, in Mittelbiberach, Zuid Duitsland, 66 km ten noorden van het Bodenmeer.
Als kind interesseert hij zich al voor de bijen.

1900
Trois chercheurs re-découvrent les Lois de Mendel, ignorées jusqu'à présent. Alors que les résultats des travaux de ce moine autrichien furent publiés en 1865. Ces lois sont à la base de la théorie des croisements qui seront effectués sur l'abeille par le Frère Adam. Il y a déjà plus de 15 ans que Mendel est mort (1884).

maart 1910
Intrede in het Benedictijnerklooster van Buckfast [3°50'W;50°40'N]. De abdij, gebouwd in 1882, heeft een bijenstal die hoofdzakelijk bevolkt wordt met plaatselijke zwarte bijen.

1913
De acarose, komende van het eiland Wight, bereikt alle delen van Engeland. Deze parasiet decimeert alle bijenkolonies in Groot Brittannië.

1915
Broeder Adam wordt, wegens zijn zwakke gezondheid, hulp van Broeder Columban in de imkerij van het klooster. In de herfst, wordt door de verantwoordelijke van het graafschap de destructie voorspeld van het totale bijenbestand voor de komende lente.

1916
Geïnspireerd door zijn waarnemingen van de weerstand tegen de acarose van buitenlandse bijenrassen, verkrijgt hij zijn eerste idee dat zal uitgroeien tot de Buckfastbij In werkelijkheid is dit een enorme ramp. De bijenstal van het klooster is voor een groot deel geruïneerd door de acarose. Van de 46 bijenvolken zijn er 16 die het overleven, alle bevolkt met carnica en ligustica. Alle inheemse bijen zijn bezweken.

1917
Ontstaan van de stam die aan de basis ligt van de Buckfastbij, de eerste kruising :
bruine ligustica x dar van de oude inheemse bij.
Aan het eind van het seizoen bedraagt het aantal volken 100.
1919
Volgend op de terugtrekking van Broeder Columban krijgt Broeder Adam op de 1e september de verantwoordelijkheid over de imkerij van het klooster.

1920
Hij wordt geïnspireerd door het boek van de jonge Professor Armbruster : Bienen Zuchtungs Kunde dat net verschenen is (1919) Eerste pogingen van F1 kruisingen met de cypria bij.

1922
Hij onderkent de problemen die veroorzaakt worden door het plaatsen van de kasten in één lijn. De bijenvolken worden in groepen van vier geplaatst, waarbij het vlieggat naar de vier verschillende windstreken gericht staat.

1924
Hij is ervan overtuigd dat de koninginnen bij het leggen van de eitjes niet gehinderd moeten worden door een barrière en zij kunnen beschikken over voldoende ruimte. Deze zomer verplaatst hij 60 van de 120 volken van de British Standard kast (2 bakken met elk 10 ramen), op Dadant kasten met 12 ramen.

1925
Hij zet zijn bevruchtingsstation op Dartmoor op. Vanwege het grote isolement van deze plaats kunnen hier naar believen de kruisingen van de gewenste selecties uitgevoerd worden. Zij is tegenwoordig nog in bedrijf. In juni-juli, als het bevruchtingsstation volledig bezet is, telt men 520 bevruchtingskastjes of nucleï op half Dadant formaat. Deze nucleï overwinteren hier ook en de koninginnen worden zodoende onderworpen aan een strenge selectie alvorens te worden geïntroduceerd, in maart, in de 320 productievolken.

1930
Het scheppen en ontwikkelen van een nieuwe combinatie. Kruising tussen een Franse koningin, komende van ten zuidwesten van Parijs, en darren van Buckfast. Deze kruising blijkt een zeer goede te zijn.
Op dit tijdstip zijn alle volken overgeplaatst op 12-raams Dadant kasten.

1940
Na zo'n tien jaar van strenge selectie, besluit hij om deze nieuwe combinatie in de Buckfaststam te introduceren. De Buckfaststam ontvangt de nieuwe kruising.

1948
S1948 amenwerking met Dr. O. Mackenson, een van de uitvinders van de instrumentelle inseminatie. De instrumentelle inseminatie wordt in Buckfast gebruikt voor de bevruchting van bepaalde koninginnen.

Vanaf 1950
Hij onderneemt zijn eerste reis op zoek naar andere bijenrassen. Eerst bezoekt hij: Frankrijk, Zwitserland, Oostenrijk, Italië, Sicilië en Duitsland. De observatie van bijen van het oude continent, van hun natuurlijk biotoop in hun natuurlijke milieu staat toe om hun kwaliteiten te noteren, ter plaatse te kiezen welke nuttige eigenschappen hun waarde kunnen aantonen in het klimaat van Dartmoor, alvorens ze (eventueel) te introduceren in het Buckfastras.
Bij voorbeeld ...

1952
Hierop volgen reizen in Algerije, Israël, Jordanië, Syrië, Libanon, Cypres, Griekenland, Kreta, Slovenië en de Ligurische Alpen. Kruising met de cecropia bij.

1954
Bezoek aan Turkije en de Egeïsche eilanden.

1956
Bezoek aan het oude Joegoslavië.

1958
Hij introduceert in zijn hoofdstam een nieuwe kruising van Griekse oorsprong.

1959
Vervolg van zijn reizen: Spanje en Portugal. D e Buckfaststam ontvangt de hierboven beschreven kruising, die veel minder agressief is en nog zwermtrager dan de tot dan toe aanwezige stam.

1960
De Buckfast verrijkt zich met een inbreng van anatoliër x buckfast, nieuwe kruising die gedurende vele jaren aan onderzoek zal worden onderworpen.

1962
Bezoek aan: Marokko, Turkije, Griekenland, ex-Joegoslavië, Egypte en Libië.

1964
Hij wordt verkozen tot bestuurslid van de Bee Research Association (de toekomstige IBRA).

1967
Hij brengt in de originele Buckfast stam een nieuwe lijn in afkomstig uit Anatolië. Deze combinatie heeft meer weerstand en een lager voerverbruik en wordt definitief ingebracht in de Buckfaststam.

1971
Hij wordt een van de Vice Presidenten van de IBRA (International Bee Research Association). De Raad van de IBRA, die hem heeft verkozen, merkt op dat Broeder Adam geen enkele introductie behoeft, hij is waarschijnlijk een van de bekendste bijenhouders van de wereld.

1972
Vervolg van zijn reizen met een terugkeer naar Turkije, Griekenland en ex-Joegoslavië.

1973
In juni, wordt hij door Koningin Elisabeth II benoemd tot Officer of the Most Excellent Order of the British Empire (O.B.E.).

1974
Op 13 mei ontvangt hij het Bundesverdienstkreuz van de Federale Republiek van West Duitsland.

1976-1977
Altijd nog op onderzoek uit, nu in Marokko en Griekenland.

1982
Terugkeer naar Griekenland en het schiereiland Athos. Begin van de pogingen om een nieuwe zeer veelbelovende combinatie te verkrijgen met het bijenras van Athos.

1983
Reis naar Griekenland en Kreta.

1984
Hij begeeft zich naar de Verenigde Staten om de kweek van de Buckfast koninginnen aldaar te controleren en te verbeteren. Daar deze ongewenste eigenschappen vertoonden.

1987
Op 2 oktober wordt hij benoemd tot Dokter honoris causa van de Faculteit van Uppsala. Het nieuws bereikt hem tijdens zijn reis naar Afrika op zoek naar de scutellata en de monticola op de berg Kilimanjaro in Tanzania en Kenya.
Cette reconnaissance le touche profondément car c'est pour lui la marque officielle du caractère scientifique de ses recherches.
Eerste pogingen met de scutellata en monticola.

1989
Op 13 juli wordt hij benoemd tot Dokter honoris causa van de Agrarische Faculteit van de Universiteit van Exeter (Devon, UK). (Discours de présentation door Professor Swanson).

Le 29 Octobre, il donne une conférence dans le cadre du Congrès des apiculteurs Buckfast à Bordesholm. Ces recommandations sont actuellement considérées comme son testament par la communauté des éleveurs d'abeilles Buckfast.

.

1992
Februari. Geforceerde afzetting door de nieuwe abt David Charlesworth die weigert hem een nieuwe assistent toe te staan in de persoon van Michael van der Zee.
De oogst deze zomer is zo slecht dat broeder Adam van zijn gewoonte af moet zien van zijn dagelijkse lepel honing in de koffie.
Diep gekrenkt brengt deze man van 94 jaar de zomer en herfst door in zijn geboortestreek, in Mittelbiberach bij zijn nicht Maria Kehrle.
De honingoogst van de abdij is erbarmelijk: slechts 1500 kilo honingwordt geoogst van de 320 produktievolken.

1993
Trouw aan zijn verplichtingen als monnik, de oudste niet alleen van Buckfast maar van de hele Benedictijner orde (O.S.B.), keert Broeder Adam terug naar de Buckfast abdij, voor een leven in isolement, temidden van de onverschilligheid van de andere monniken. De verantwoordelijkheid voor een van de grootste banken van genetisch materiaal voor bijen is in de handen van Pater Leo, de vorige abt, die er weinig verstand van heeft.
Het werk valt terug op Peter Donovan, oude assistent van Broeder Adam.
Onrust onder de talrijke kwekers van de Buckfastbij.

1995
Broeder Adam is in retraite. Hij is frêle, zoals altijd, maar nog alert. Hij houdt zich niet meer bezig met de bijen van de Buckfastabdij. Hij leeft kalm in een verpleeghuis in Redmount, vlakbij de abdij. De bijen van de abdij worden door Peter Donovan bijgehouden. Hij is geen monnik maar heeft gedurende 40 jaren met de bijen van de abdij gewerkt, als assistent van broeder Adam. Peter heeft de hulp ingeroepen van enkele lokale bijenhouders om met het seizoenswerk te helpen.
(door Glyn Davies, Ashburton, Devon, UK)

1996, de eerste september
Peter Donovan, die vele jaren met broeder Adam heeft samengewerkt in de Buckfastabdij geeft het bericht door: Broeder Adam is overleden op 1 september, op een leeftijd van 98 jaar. Geladen met de genen die hij heeft ingebracht, leeft zijn bij voort evenals de werkmethode die hij aanbeveelt aan hen die hem overleven.

7 september 1996

Een kerkdienst in de abdij bewijst een laatste eerbetoon aan Broeder Adam. Allen die zijn begrafenis bijwonen kwamen hun respect getuigen aan een van de grootste figuren in de geschiedenis van de apicultuur.

Een bladzijde in de geschiedenis van de bijenhouderij is omgeslagen.


Cette biographie a été réalisée sur une idée de Raymond Zimmer dans son opuscule : L'abeille Buckfast en Questions. Le complément a été glané çà et là dans les écrits du Frère Adam, à l'IBRA et les commentaires de Bee World ainsi que dans un article de David J. Taylor (1993, Mise au point), des extraits d'un article de Keld Brandstrup (1996, Abbaye de Buckfast, Sept 96)....